Kosten en erelonen
De staat van kosten en ereloon van een advocaat kan uit drie onderdelen bestaan:
- het ereloon van de advocaat
- de administratiekosten
- de gerechtskosten
-
Het ereloon van de advocaat is de vergoeding voor de door de advocaat geleverde diensten.
Bij aanvang van de procedure kan steeds geïnformeerd worden naar het uurloon. Bij uitzondering kan ook een vast tarief bepaald worden voor welbepaalde procedures.
Het uurtarief wordt begroot rekening houdende met het belang van de zaak, de ervaring en specialiteit van de advocaat, de spoedeisendheid en de draagkracht van de cliënt.
Voor cliënten die regelmatig gelijkaardige zaken hebben, kan een specifiek tarief worden afgesproken.
De advocaat zal normaal voor de aanvang van de opdracht en lopende de behandeling van de zaak een of meerdere voorschotten, genaamd provisies, vragen. Een provisie is een forfaitair bedrag dat door de cliënt betaald wordt aan de advocaat, voorafgaand aan een gedetailleerde staat van kosten en ereloon.
In de eindstaat van kosten en ereloon worden daarna de eerder betaalde voorschotten in mindering gebracht.
-
De administratiekosten zijn enerzijds de algemene kosten voor de werking van het kantoor en anderzijds de specifieke kosten toe te rekenen aan een specifiek dossier.
-
De gerechtskosten zijn de kosten die de advocaat, in het kader van een procedure, zelf moet betalen aan derden, zoals de gerechtsdeurwaarder, de griffie, vertalers en openbare instanties. Deze kosten zijn gedetailleerd weer te vinden in de afrekening.